Dialoogtafel 8 juli 2014

Hieronder kunt u het verslag van de Dialoogtafel van 8 juli lezen. Het is een zeer uitgebreid verhaal dat enige leestijd vergt. Minister Kamp was als verantwoordelijk bewindsman aanwezig bij deze vergadering
Piet-Jan Schalk

Aanwezig: Jan Wigboldus, Annette van Velde, Harald Binnekamp, Lambert de Bont, Siegbert v.d. Velde, Jos De Groot, Bart v.d. Leemput, Jan Kamminga, Jacques Wallage, Albert Rodenboog, Willie Dieterman, Jan Boer, William Moorlag, Dick Tommel, Corine Jansen, Emme Groot
Afwezig (met kennisgeving) : Cor Zijderveld en Peter Breukink
1) Opening De heer Kamminga opent de vergadering en heet een ieder van harte welkom.
2) Mededelingen
– In de vorige vergadering is afgesproken dat de agendacommissie zich zou buigen over de vraag of ondersteuners aanwezig mogen zijn bij de vergaderingen. Er wordt voorgesteld om bij wijze van proef van 8 september 2014 tot 1 maart 2015 Tafelleden de gelegenheid te geven zich te laten vergezellen door een ondersteuner. De staf van de Tafel bereidt een breder voorstel voor ondersteuning voor, dit voorstel wordt 8 september geagendeerd. Ter verduidelijking wordt aangegeven dat een ondersteuner geen rol aan Tafel heeft en niet op kan treden als vervanger van een Tafellid. De Tafel gaat akkoord met bovengenoemd voorstel.
3) Uit de stutten
Voor de vergadering is een stand van zaken “Uit de stutten” aangeleverd. Uit die notitie van NAM en gemeente Loppersum blijkt dat de doelstelling die aan Tafel is afgesproken niet gehaald wordt. Er zouden voor 1 augustus vijf panden (dat was al een naar beneden bijgestelde ambitie) uit de stutten zijn, er is op dit moment slechts zekerheid over drie. Alhoewel er 50 panden zijn die zijn onderzocht, blijkt het realiseren van vijf woningen door allerlei omstandigheden niet haalbaar te zijn. Het gaat hier echter om specifieke gevallen en in sommige gevallen zijn de persoonlijke omstandigheden van bewoners zodanig dat 1 augustus niet haalbaar is.
De heer Moorlag geeft aan dat het hier gaat om een lakmoesproef van de Tafel in het gebied. De geloofwaardigheid van NAM staat op het spel. De huizen in de stutten vormen letterlijk schandvlekken in de provincie en zijn een drama voor de bewoners. Het is onaanvaardbaar dat de bewoners zo lang in de troep zitten. Er moet met de NAM een duidelijke prestatieafspraak gemaakt worden, een inspanningsverplichting is niet genoeg. Hij verwacht dat voor het einde van het jaar beduidend meer panden zijn aangepakt en dat de NAM daar een duidelijke toezegging over doet.
De Tafel ondersteunt het betoog van Moorlag. De heer Van de Leemput legt uit dat de complexiteit de belangrijkste reden is waarom het niet lukt om sneller de panden uit de stutten te halen. Hij meldt verder dat de lijst van 250 complexe gevallen inmiddels is uitgebreid naar 500 complexe gevallen. NAM heeft daarop besloten dat er meer capaciteit beschikbaar moet komen.
Er wordt afgesproken dat de NAM voor de volgende vergadering van 8 september een overzicht van de complexe gevallen aanlevert aan Tafel, waarin categorisering van complexiteit is aangegeven. De lijst moet inzicht geven in welke resultaten wanneer worden geleverd. Aan de subtafel van 17 juli kan over dit onderwerp worden doorgesproken. De andere Tafelleden hebben uiteraard inzage in hetgeen daar besproken wordt.
Daarnaast wordt in de subtafel verder gesproken over de vormgeving van de uitvoeringsorganisatie. De heer Moorlag geeft aan dat hij de stukken, die naar de marktpartijen zijn gegaan, pas na veel aandringen van de NAM heeft ontvangen. De heer Moorlag meldt dat hij in de stukken van de uitvraag aan de markt voor het opzetten van de uitvoeringsorganisatie volstrekt onvoldoende terugvindt de inspanning die nodig is om huizen en gebouwen te
versterken. In het beschreven werk betekent het dat het 11 tot 26 jaar duurt voordat alle woningen zijn versterkt. Hij vindt dat onaanvaardbaar. Ook de noodzakelijke specifieke aanpak voor de complexe gevallen en monumenten is bij die uitvraag en de scope voor het Project Services Bureau onvoldoende terug te vinden. Dat is in strijd met de afspraken in het akkoord Vertrouwen op Herstel, Herstel van Vertrouwen. Dit zal in de uiteindelijke uitwerking nadrukkelijk meegenomen moeten worden. Hij heeft daarnaast grote vraagtekens bij de voorgestelde aanpak van de NAM die blijkt uit de Selectieleidraad. Naar zijn mening wordt een taakgerichte organisatie vormgegeven waar een klantgerichte organisatie nodig is. De Tafel onderschrijft de woorden van de heer Moorlag.
Wallage concludeert dat er kennelijk een gat zit tussen de bestuurlijke afspraken rond de uitvoeringsorganisatie en de operationele vertaling daarvan in de uitvraag aan de marktpartijen (de projectscope). Hij verwijst daarbij naar de brief aan de Tweede Kamer waarin op blz. 3 kwaliteitseisen aan de uitvoeringsorganisatie worden genoemd.
Uit de brief aan de Tweede Kamer d.d. 8 juli 2014:
(…) De uitvoeringsorganisatie voert activiteiten uit binnen gestelde beleidskaders. De beleidskaders worden in overleg met de Dialoogtafel vastgesteld en betreffen zaken zoals:
1. Een toegesneden aanpak voor complexe gevallen, waarvan het ontzorgen van bewoners van gebouwen met een substantiële impact een belangrijk onderdeel is;
2. Een toegesneden aanpak voor cultureel erfgoed, eventueel uit te breiden naar andere segmenten zoals bijvoorbeeld land- en tuinbouwbedrijven;
3. Voldoende aandacht voor mogelijke inzet van lokale bouwbedrijven, toekennen van zoveel mogelijk arbeidsplaatsen aan lokale werknemers, waaronder ook leer/werkprogramma’s in balans met het maken van voldoende voortgang en urgentie;
4. Onderkenning en aandacht voor mogelijkheden tot het (doen) verwerven, ontwikkelen of delen van nieuwe expertise (mogelijk in samenwerking met andere bedrijven en/of kennisinstellingen).
(..)
Deze eisen komen in de uitvraag naar de marktpartijen onvoldoende terug. Wallage wil van de NAM weten of dit gat in het lopende proces nog is te dichten. Bart van de Leemput geeft aan dat in de volgende fase van het ingezette selectieproces voldoende ruimte is om deze, en andere punten nog mee te nemen. Afgesproken wordt dat deze zullen gaan landen in een aanvullend document op de projectscope.
4) Gesprek met de minister
De heer Wallage heet minister Kamp van harte welkom en spreekt namens de Tafel uit het zeer op prijs te stellen dat de minister er is. De heer Wallage leidt in met het feit dat de Dialoogtafel na drie maand volledig operationeel is, daar waar bijvoorbeeld de Schipholtafel hier een jaar over heeft gedaan. Op de vraag of “we er gerust op zijn” geeft de heer Wallage aan dat dat niet het geval is. Hij vat samen dat er op drie hoofdthema’s voorspeld kan worden dat het moeilijk gaat worden, namelijk de compensatie voor de waardedaling, de uitvoeringsorganisatie schadeherstel/preventie/waardevermeerdering en het aardbevingsbestendig bouwen.
De Tafel is gemotiveerd om dit met elkaar te doen en hoopt dat het lukt er overeenstemming over te bereiken. De rol van de minister hierbij is van groot belang.
De minister geeft aan dat hij conform zijn toezegging twee keer per jaar zal deelnemen aan de Dialoogtafel. De minister spreekt zijn waardering uit voor de Tafelleden en geeft aan dat de Tafelleden in het spanningsveld werken tussen het kabinet, de NAM enerzijds( en de bevolking anderzijds. De Tafel heeft een moeilijke positie en levert deze inspanning voor de Groninger bevolking, kabinet en NAM zullen recht moeten doen aan deze inspanning. De uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt echter niet bij de Tafel maar bij de minister. De minister is verantwoordelijk en wordt daar door het parlement aan gehouden. Hij zal echter terdege rekening houden met wat de Tafel hem adviseert. De minister spreekt de hoop uit dat de Tafelleden dat kunnen respecteren, want uiteindelijk is dat het gevolg van de democratie.
De minister geeft aan zijn verantwoordelijkheid alleen waar te kunnen maken als hij daadwerkelijk presteert voor de inwoners in dit gebied, de bevolking heeft hier door de aardbevingen meer zorgen over haar welzijn, bezit, leefplezier in woning, dorp en regio.
De Tafel is een Gronings initiatief dat wordt geleid door Groningers. Het is een opzet die niet in Den Haag is bedacht maar hier in Groningen, de minister wil daar graag een succes van maken.
De minister wil graag van de Tafelleden horen wat men vindt en wat de minister moet doen. De uitvoeringsorganisatie moet uiteindelijk op zo’n manier gaan werken dat ook de Tafel zich daarin kan vinden.. De minister geeft aan dat 100% tevredenheid niet haalbaar zal zijn met een probleem van deze omvang, maar geeft ook aan dat het maximale gedaan moet worden om het gebied niet alleen een gebied te laten zijn wat klappen incasseert, maar zich er doorheen worstelt en weer vooruit kan en waar de bewoners trots op zijn.
De heer Moorlag vraagt de minister of hij het aanvaardbaar vindt dat over een jaar de 250 meest urgente woningen niet uit stutten zijn gehaald. De minister antwoordt ontkennend en zegt verder dat hij ook niet tevreden is met de wijze waarop bijvoorbeeld “uit de stutten” verloopt. Het tempo moet er in gehouden worden, er moet bezien worden wat het tempo in de weg staat en die belemmeringen moeten weggenomen worden. Dit geldt ook voor de totstandkoming van de uitvoeringsorganisatie. “We moeten de vaart erin houden.” Dhr. Moorlag vermeldt nog dat als de NAM niet snel met een goede aanpak komt, hij overweegt om als provincie hiervoor het initiatief naar zich toe te halen.
In het verlengde van het vorige agendapunt vraagt de heer Moorlag de minister wat zijn opvatting is over de kwalitatieve eisen die aan de uitvoeringsorganisatie moeten worden gesteld. De brief van de minister aan de Tweede kamer over de voortgang van het Groningen gaswinningdossier geeft onder meer ook aan dat het noodzakelijk is dat de uitvoeringsorganisatie een toegesneden aanpak voor de complexe gevallen en het cultureel erfgoed; dit past in de lijn die de heer Moorlag eerder in deze vergadering verwoord heeft. Het is van belang dat de Groningers zien dat er snel resultaten worden geboekt in de aanpak van herstel, preventie en waardevermeerdering maar de ‘uitvraag’ aan marktpartijen die dat waar moeten gaan maken moet wel kloppen. De heer Moorlag geeft aan dat bv. uit de stukken van NAM afgeleid kan worden dat men bij een aanpak voor preventie van 2000-5000 woningen per jaar er 11 tot 26 jaar over doet. Dat is veel te lang. De minister onderschrijft dat.
De heer Wallage geeft aan dat de Tafel accepteert dat de uitvoeringsorganisatie op afstand van de NAM wordt gepositioneerd, onder aansturing van de NAM met onafhankelijk toezicht, maar daar heeft de Tafel op 26 juni jl. tien duidelijke voorwaarden aan verbonden, waarop nadrukkelijk getoetst zal worden bij de vormgeving van de uitvoeringsorganisatie. Het gevoel aan de Tafel dat het “allemaal goed komt” moet in ieder geval nog groeien.
De minister vindt dat de Tafel daar vertrouwen in moet hebben. Hij refereert aan de afspraak dat de leiding van de uitvoeringsorganisatie onder een Raad van Toezicht komt te staan, die de onafhankelijkheid moet waarborgen.
De heer Moorlag geeft aan dat voor de verdere opzet van de uitvoeringsorganisatie het nodig is dat er een verdiepingsdocument van de NAM komt, waarin naast aanvullende kwaliteitseisen, eisen voor tempo en complexiteit steviger worden neergezet. Van der Leemput zegt toe dat in de volgende fase van de marktconsultatie (co-creatie) er alle ruimte zal zijn om de o.a. door de heer Moorlag geformuleerde kwaliteitseisen mee te nemen in de contractvoorbereidingen. Afgesproken wordt dat deze zullen gaan landen in een aanvullend document op de projectscope.
De afspraken op rij:
1. Tijdens de subtafel van 17 juli kunnen tafelaars over de schouders van de NAM meekijken, de rapportage van die bijeenkomst moet door tafelaars worden gewogen. Als daarna nog vraagtekens gezet worden, worden deze rechtstreeks doorgespeeld aan de minister.
2. De opmerkingen in de brief van de minister aan de Tweede Kamer over de beleidskaders voor de uitvoeringsorganisatie (blz. 3 van de brief) moeten in het verdiepingsdocument (addendum) worden verwoord, zodat de marktpartijen goed weten wat er van ze verwacht wordt.
3. Er wordt afgesproken dat de NAM voor de volgende vergadering van 8 september een overzicht van de complexe gevallen aanlevert aan Tafel, waarin categorisering van complexiteit is aangegeven. De lijst moet inzicht geven in welke resultaten wanneer worden geleverd.
Leefbaarheid/waardevermeerdering
De heer Van der Velde vraagt de minister of hij bereid is om voor wat betreft leefbaarheid en waardevermeerdering toe te zeggen dat hij hulp kan bieden bij bijvoorbeeld het aanvragen van Europese subsidies (waarbij beschikbaar gestelde leefbaarheids- en duurzaamheidsgelden als cofinanciering zouden kunnen gelden) of bij de vormgeving van het combineren van initiatieven van bijvoorbeeld energiebesparing. De Groningse initiatieven zouden goed gekoppeld kunnen worden aan bestaande regelingen. De minister geeft aan dat hij de plannen graag tegemoet ziet en zegt toe dat hij hieraan mee wil werken.
Gaswinning
Op de vraag van mevrouw Jansen of de gaswinning nog verder teruggebracht kan worden/gestopt kan worden nu de effecten van het minder winnen al waarneembaar worden in plaats van na één jaar of na twee jaar. De minister geeft aan dat het te vroeg is om al conclusies te trekken over het effect. Hoe dan ook zal het huidige besluit niet teruggedraaid worden, maar zal in een nieuw gaswinningsbesluit in 2016 bezien worden hoe de resultaten van alle onderzoeken worden meegewogen. Tot die tijd wordt het niet meer maar ook niet minder dan op 17 januari van dit jaar is besloten.
De heer Wallage dankt de minister hartelijk voor zijn komst en geeft aan zeer te waarderen dat de minister persoonlijk aanwezig was.
De minister geeft aan dat er in Groningen een groot probleem is en dat hij zich kan verplaatsen in de Tafeldeelnemers die door de bevolking worden aangesproken. De minister heeft bewondering voor de Tafeldeelnemers en zegt toe zijn best te doen zodanig te functioneren dat de Tafeldeelnemers daar voordeel bij hebben.
Na het vertrek van de minister vertelt de heer Wallage dat de Secretaris Generaal van EZ al met de voorzitters heeft gesproken over de mogelijke personele invulling van de Raad van Toezicht voor de uitvoeringsorganisatie.
5) Projecten leefbaarheid en drieslag
Leefbaarheid
In de vergadering van 26 juni is bij het thema leefbaarheid afgesproken dat er een voorstel zou worden gedaan voor de bemensing van de stuurgroep en een doorkijk wordt gegeven voor de invulling van de drie sporen.
In het voorstel voor de stuurgroep van leefbaarheid staat een aantal namen genoemd die niet aan Tafel zitten, het gaat hierbij verdeling van bestuurlijke menskracht. De stuurgroep neemt geen besluiten, maar legt voor aan de Tafel. Met de aantekening dat er geen onderscheid wordt gemaakt in een kleine en grote stuurgroep stemt de Tafel in met het voorstel. De voorzitters van de drie werkgroepen zijn daarmee onderdeel van de stuurgroep.
De werkgroepenstructuur zal apart worden geagendeerd, de werkgroepen starten na de stuurgroep. Er is nog tijd om namen voor bezetting aan te leveren. De voorzitters van de werkgroepen zullen de uiteindelijke bemensing van die werkgroepen vaststellen, gerelateerd aan de nog te formuleren opdrachten.
Drieslag
De Tafel gaat akkoord met het voorstel voor de bemensing van de stuurgroep Drieslag, met dien verstande dat Jos de Groot aan de stuurgroep wordt toegevoegd.
De heer van de Leemput levert 11 protocollen voor de uitvoeringsorganisatie aan via de stuurgroep.
Afgesproken wordt dat begin volgend jaar bekeken wordt of de ingezette structuren goed functioneren.
6) Rondvraag
– De heer Groot vraagt of de NAM al een doorvertaling heeft gemaakt van het advies wat de Tafel in de vorige vergadering aan de NAM heeft gedaan omtrent de Stimuleringsregeling Nieuwbouw. De Tafel heeft in die vergadering afstand genomen van de ontwerpregeling en afgesproken zo snel mogelijk te werken aan een voorstel voor een andere regeling. De Tafel heeft erop aangedrongen om in die tussentijd een meldpunt voor preventief/aardbevingsbestendig bouwen te creëren. Er is gevraagd naar een niet al te rigide invulling van de discretionaire bevoegdheid die de NAM hierin voorlopig heeft in afwachting van de definitieve regeling. Van der Leemput zegt flexibiliteit in de uitvoering toe en meldt dat in ieder geval niet alleen particuliere woningen maar ook andere nieuwbouw zal worden meegenomen (zoals ook is afgesproken aan de Tafel). Hij benadrukt dat er snel een definitieve regeling moet komen.
– De heer Groot meldt dat de Veiligheidsregio op 8-9 een presentatie voor de Tafel wil houden (stand van zaken tot nu toe, toekomstige acties). De heer Wallage vraagt of dan ook de publieksvoorlichting over de veiligheid in de presentatie wordt meegenomen.
– De heer Wallage doet verslag van drie bijeenkomsten in de regio die er onlangs zijn geweest. Deze zijn zeer goed verlopen en het is goed dat bewoners in gesprek kunnen gaan met Tafelleden. Voorstellen om dit vaker te doen volgen.

Dorpsagenda