Achtergelaten in de kou

Ik kijk naar buiten en zie mijn auto staan. Ik zie de auto staan op een plek waar hij anders nooit staat. Ik kijk naar mijn auto en even voel ik medelij, medelij met mijn auto, die daar heel alleen staat, achtergelaten in de kou.
Die auto heeft al heel wat meegemaakt. Hij was de vervanger voor die andere auto, die gestorven is, geveld door een omgewaaide boom.
Dat is al een moeizaam begin. Weten dat je voorganger het niet gered heeft bij deze familie. In de zomer ziet ‘ie er uit alsof ‘ie de rally van Dakar heeft moeten rijden en vraagt het een groot incasseringsvermogen om ook nog een grote diversiteit aan luide muziek aan te moeten horen. Dan nog het weinige respect dat de kinderen voor hem hebben, door hun zooi in de auto rond te strooien en de portieren dicht te meppen. En nu in de winder, deze winter van 2010 heeft ‘ie wat moeten aanhoren…
Steeds weer die opmonterende woorden, aanmoedigende woorden. “kom op, je kan het, doorzetten, niet wegglijden, houd het nog even vol, we zijn er bijna!” De woorden van frustratie, die woorden zal ik maar niet herhalen, als het niet meer ging. Als de remmen waren bevroren na een koude nacht in een sneeuwduin, we samen, na een late dienst met een gangetje van 30 km/u naar huis reden en als hij weer eens op de parkeerplaats van de OZG locatie Delfzicht moest worden uitgegraven…
Toen afgelopen maandag; was ‘ie zomaar dood, morsdood. Hij deed niks meer, een klinische blik werd geworpen, maar reanimatie was zinloos. Gelukkig was dhr. Ter Veer himself bereid om een transplantatie te verrichten, van de accu, niet een al te grote put. Operatie geslaagd en we konden weer verder. En nu, nu staat ‘ie bij de populieren van Luurt, met het snoetje richting huis, richting de fijne, warme schuur. Even denk ik dat het snoetje ook echt een beetje triest staat, alsof hij zich ook daadwerkelijk in de steek gelaten voelt. Lieve 406, het was niet onze bedoeling, je daar achter te laten. Maar het moest. Een halve meter sneeuw belemmerde ons de weg. We moesten wel.
Met de slee vol boodschappen zijn we van je weggeploeterd. We hebben nog omgekeken, voor we de snijdende wind in liepen naar huis. Vanavond ben je weer thuis. Manlief rijdt je tegemoet met de tractor, zodat je vannacht weer lekker naast je 106je in de schuur mag staan…

A

Dorpsagenda