Dodenherdenking Spijk 2018

Tijdens de Dodenherdenking sprak dominee Jake Schimmel de volgende woorden:

Vandaag staan wij stil bij wie in de tweede wereldoorlog, en in andere oorlogen,hun leven hebben verloren.We gedenken slachtoffers van oorlog,mensen die door anderen geweld is aangedaan.En we gedenken mensen die hun leven hebben gegeven, om dat van anderen te redden.

Dit jaar is het jaarthema ‘het jaar van verzet’.Maar wat is dat nou, verzet? In de oorlog waren er mensen die actief bij het ‘verzet’ gingen. Die zich aansloten bij een verzetsgroep, met alle gevaren van dien. Maar er waren ook mensen die zich in stilte verzetten tegen de bezetters. Bijvoorbeeld door niet voor de Duitsers te willen werken.
Of door onderduikers een thuis te bieden. Ook dat was niet zonder gevaar. Het kon grote gevolgen hebben.

In het boek ‘Bierum in de branding’ staat een indrukwekkend verhaal daarover. Het verhaal van een gezin uit deze omgeving, op een boerderij in Bierum. Het is het verhaal van Albert Derk Omta. Zijn oudste zoon, Fokko, zat in het verzet, en werd gezocht door de Duitsers. Twee andere zonen, en een neef en een buurjongen, zaten ook ondergedoken op de boerderij, omdat ze niet voor de Duitsers wilden werken.

Op een middag zat het gezin aan tafel te eten, toen de dochter, Gé, plotseling door het raam auto’s zag aankomen. Het waren de Duitsers, die een tip hadden gekregen dat ze hier onderduikers hadden. De tafel werd snel leeggeruimd, want de mensen van de Sicherheitsdienst mochten niet zien dat ze met meer mensen hadden gegeten dan hier officieel woonden. De jongens verstopten zich in het schuilhol in de schuur. Ze sloten de toegang. En toen moesten ze wachten..

De Duitsers kwamen binnen. Ze doorzochten alles grondig. En ze vroegen: waar zitten die jongens verstopt? Maar de ouders van Fokko bleven zwijgen. Zelfs toen de soldaten zeiden dat ze illegale bonnen gevonden hadden, bleven ze stil, en hielden ze vol dat er geen onderduikers waren.

Uiteindelijk moest Albert, de vader, mee naar buiten. Voor hij ging, keek hij zijn vrouw aan en stak hij zijn handen biddend in de lucht.
De jongens hoorden vanuit hun verstopplek alles wat er gebeurde. Er klonken eerst waarschuwingsschoten. De soldaten vroegen nog een keer: waar is die jongen! Fokko hoorde het, maar kon niets doen vanuit zijn verstopplek..

Ondertussen kwam ook een andere jongen van het verzet nietsvermoedend het erf op lopen. Hij had eerder een boodschap gekregen of hij langs wilde komen, en werd door de Duitsers in zijn kraag gegrepen. Wat heb jij hier te zoeken? Ik kom varkensvoer halen, zei hij. Ze vroegen aan Albert of het klopte, en hij bevestigde het verhaal. De jongen mocht weer gaan. Zo redde hij het leven van de jongen.

Op hun verstopplek luisterden de jongens naar de stemmen van de Duitsers. Ze klonken steeds harder. Dreigender. Opeens klonken er twee schoten. En toen werd het stil.. Albert was neergeschoten.. Hij had de jongens gered, ten koste van zijn eigen leven.

Het verhaal van Albert Derk Omta is één van de vele verhalen, van de manier waarop mensen tijdens de oorlog anderen in bescherming hebben genomen. Zelfs als ze dat alles kostte.

Een tijdje terug was ik in Yad vaShem, het Joodse monument in Israël voor de holocaust, de vervolging van Joden tijdens de oorlog. Een indrukwekkende plek. Bij het monument waren allemaal bomen geplant. 14.000 bomen, om precies te zijn. En bij elke boom stond een bordje. Daarop stond de naam van iemand die met gevaar voor eigen leven op was gekomen voor Joodse mensen tijdens de tweede wereldoorlog. Door ze onderdak te geven. Ze te beschermen. Ze uit de handen van de Duitse soldaten te houden. 14.000. Dat is ontzettend veel. Maar de gids zei: het hadden er zoveel meer kunnen zijn. Zoveel meer namen van mensen die voor hun medemens waren opgekomen.

Want dat is wat verzet is. Verzet, dat is de moeilijke weg gaan. Het zit niet altijd in heldhaftige, grote daden. Het is de deur open zetten, opkomen voor wie onderdrukt wordt. Om hen een veilig thuis te bieden. Verzet is anderen in bescherming nemen. Zelfs als dat jou en mij iets kost. Soms is dat net zo heldhaftig. Zoals in het verhaal van Albert Derk Omta, die zijn leven gaf om de onderduikers te redden. Om hen in bescherming te nemen…

Bronnen:
-Bierum in de branding, Profiel Uitgeverij, 2001 (4e druk).
-Artikel ‘De echo van twee schoten’, http://omta.info/?p=1049

Door de Borgstee werd in de kerk het gezamenlijk gedicht voorgelezen door Lotte Koers:
Stil staan
Vrede is een woord dat bijna niemand hoort.
Maar gelukkig de meeste mensen wel, want vrede is geen spel.
De mensen hadden veel verdriet,
maar de Duitsers boeiden het niet.
Ze lieten de Joden lijden,
andere mensen probeerden ze te vermijden.
Vriendschap raakte verloren,
verraad kwam naar voren.
4 mei, de dag van verdriet,
dat vergeten we niet.
De Joden waren erg aan het lijden,
terwijl de geallieerden hen gingen bevrijden.
Nu leven we in vrijheid en tonen wij onze dankbaarheid.
Gelukkig is er nu geen oorlog meer,
het gebeurt hopelijk niet nog een keer!

Het klassengedicht van groep 7/8 van Fiepko Coolmanschool werd in voorgelezen door Alisia van der Waal:
Verzet en vrijheid
Door de helden uit het verleden
Kunnen wij leven in vrijheid in het heden
Zij streden dag en nacht
Tegen de Duitse macht
Door hun inzet en moed
Hebben wij het nu goed
Dankbaar moeten wij hiervoor nog dagelijks zijn
Zij hebben voor ons geleden met erg veel pijn
Ook wij als kinderen van de toekomst zullen dit verhaal door blijven geven
Want dit willen we nooit meer beleven.

De officiële krans werd gelegd door Koert-Jan Flikkema en Anric Koning (beide van jeugdclub MAFF). Liesbeth de Weert en Jarno Kap plaatsen namens de beide scholen een bloemstuk.
70 witte rozen, bij het monument gelegd door de vele aanwezigen, staan symbool voor vrijheid in Nederland.
Op weg naar het monument hingen weer mooie “handjes-van-verbondenheid” van de kinderen van de groepen 1 t/m 6 van de basisscholen met een tekening, naam of gedichtje erop.

Het 4 mei comité Spijk: Sjack van der Zee, Letteke de Haan, Klaas Heuker, Henk Sikkema, Hanneke Klevering

Dorpsagenda