Het kerstdiner

“Probeer nou toch te slapen woelwater”, zegt mijn moeder, terwijl zij het beddengoed rechttrekt. “Mijn hart gaat zo hard en ik heb het zo warm”, vertel ik haar. “Dat komt omdat je helemaal vol bent van morgen”, zegt ze en geeft me een kus op mijn voorhoofd.
Morgen mag ik met mijn vader mee naar de poelier, daar gaan we de grootste kalkoen uitzoeken, die de poelier in de vriezer heeft. Het betekent, dat het over een paar dagen kerst is.
Niet mijn verjaardag en ook niet Sinterklaas, kunnen mij zó in vervoering brengen.
Het familiefeest, is als een warme deken voor mij.
Mijn vader en ik vinden een prachtige kalkoen. Thuis wordt het beest op een grote schaal in de kamerkast gezet. “Zo kan hij langzaam in een paar dagen ontdooien”, is ieder jaar het commentaar van mijn vader.
Wanneer het gevaarte uiteindelijk ontdooid is, zoekt mijn vader koortsachtig naar de meegeleverde nek van de kalkoen. Als de nek abusievelijk meegebraden wordt, en tijdens het kerstdiner in handen valt van mijn grootvader van negentig, is het leed niet te overzien. De laatste keer dat hij de nek wist te bemachtigen, leidde dat tot een eetlustontnemend geslurp, waarvan ik vreesde, dat je dat in de verre omgeving kon horen.
Naarmate de jaren verstrijken, wordt ook de invulling van het kerstfeest anders. Kinderlijke blijdschap in de schoot van de familie, verandert in min of meer verplichte bezoeken aan ouders en schoonouders.

Net terug van de zomervakantie, belt steevast mijn schoonmoeder. “Komen jullie dit jaar de eerste of de tweede kerstdag?”, vraagt ze. “Moeder daar heb ik nog niet over nagedacht, ik zal het met uw dochter bespreken”, antwoord ik.
Ze zegt dat iedereen dit jaar op eerste kerstdag komt, en ze verwacht ons dan ook.
De tafel in de kleine flat van mijn schoonouders is ingedekt voor tien personen. Volgens mijn inschatting, zijn zes personen het maximaal haalbare aan de kleine eettafel. Wanneer de familie compleet is, is bewegen nauwelijks mogelijk.
De temperatuur in de flat schiet door onze aanwezigheid omhoog. Nadat de gaspitten van het fornuis branden en ook de oven is aangezet, is de hitte ondraaglijk.
Ik zet een raampje open, maar wordt onmiddellijk teruggefloten. ”Dan krijgt moeder last van een stijve nek”, zegt mijn schoonvader.
Schouder aan schouder zitten we aan tafel. Eten is niet mogelijk, zonder je buren in onbalans te brengen. De mouwen van mijn overhemd plakken voortdurend aan de mollige ontblote armen van mijn schoonzuster.
Het zes gangendiner vordert traag. Rond half elf weet eigenlijk niemand nog iets te vertellen. Om half één kunnen we eindelijk vertrekken.
In de auto, op weg naar huis, tintelen mijn billen van de lange zit aan de dinertafel. Ik heb een opgeblazen gevoel, deels door de hitte, deels door de overvloed aan voedsel. Het klimaat in de auto wordt verpest door mijn vrouw, die lijdt aan overmatige gasvorming.
“Volgend jaar doen we dit anders”, zeggen wij in koor.

Ouders en schoonouders hebben we dit jaar laten weten, dat we niet op het kerstdiner aanwezig zullen zijn.
Gretig pluizen we de kranten na op advertenties voor het kerstdiner. De advertentie van ons favoriete restaurant, spreekt ons erg aan. Het restaurant biedt een zes gangenmenu voor € 117.50. We zijn regelmatig in het restaurant geweest, het is er altijd goed. We reserveren een tafeltje voor twee personen. Eerste kerstdag worden we om half acht verwacht.
Bij de deur worden we opgevangen en uit onze jassen geholpen. De jassen worden op een extra bijgezet kledingrek gehangen.
Bij binnenkomst in het restaurant, valt het mij op dat er zeker tien tafels meer staan dan normaal. Voorzichtig schuifelend tussen de tafels en stoelen, worden we naar ons tafeltje gebracht. Mijn vrouw neemt als eerste plaats. Ze moet het tafeltje helemaal naar zich toe trekken, anders kan ik mijn plaats niet innemen. Als ik ga zitten, schamp ik met mijn achterwerk de blote rug van de dame achter mij.
De muziek is het gebruikelijke repertoire; easy listening. De kerstversiering bestaat uit een enkele tak en twee kerststerren op het aperitiefbarretje.
In de keuken is het een drukte van belang. Twee koks hebben een kerstmuts op, rode lampjes flikkeren op de mutsen. Avé Maria.
De temperatuur in het overvolle restaurant schiet omhoog. De pitten van het fornuis branden en de oven en de lavagrill staan op de hoogste stand. De hitte in het restaurant is ondraaglijk.
Het bedienende personeel heeft de grootste moeite de tafeltjes te bereiken. De opstelling is zo krap, dat zij regelmatig tegen de stoelen en tafels opbotsen. Glazen wijn vallen om, de stomerijrekening zal aanzienlijk zijn.
De voor- en tussengerechten zijn voortreffelijk.
De keukenbrigade is kennelijk niet gewend aan het grote aantal gasten. Ik heb de indruk dat de keukencapaciteit te klein is. De gerechten komen traag uit de keuken.
Rond half elf hebben mijn vrouw en ik elkaar wel alles verteld, we zijn uitgepraat.
De ruimte tussen de tafeltjes is zo gering, dat ik bemerk dat mijn buurman niet geluidloos kan eten. Ik ben blij dat we geen kalkoen op het menu hebben. Stel dat hij een abusievelijk meegebraden kalkoennekje op zijn bord zou vinden.
Om half één hebben we het nagerecht op en kunnen we eindelijk vertrekken.
We zitten in de door mij als verrassing bestelde limousine. De chauffeur heeft het raampje achter zich gesloten. Mijn billen tintelen van de lange zit aan de dinertafel. Ik heb een opgeblazen gevoel, deels door de hitte, deels door de overvloed aan voedsel. Het klimaat in de limousine wordt verpest door mijn vrouw, zij lijdt aan overmatige gasvorming.
“Volgend jaar eten we thuis”, zeggen we in koor.

Uit: Most er nog wat nawezen
Piet-Jan Schalk

2 gedachten over “Het kerstdiner

  • 23 december 2012 om 13:12
    Permalink

    Mooi Geschreven joh…en Thanks voor de Columns…vaak weer leuk om te lezen…dussss zou zeggen ga er lekker mee door in 2013..!!!

    Trouwens de reaktie op dit stukje is: Naarns beter din Thoes…!!!!!

  • 24 december 2012 om 08:43
    Permalink

    Geweldig PJ! Fijne dagen, voor jou, Beitske, en verder voor alle mensen die dit lezen…

Reacties zijn gesloten.

Dorpsagenda