Dialoogtafel 13 juni 2014

Hieronder vindt u het verslag van de vergadering van de Dialoogtafel. Zoals eerder vermeld op deze site, hebben een aantal maatschappelijke organisaties de noodklok geluid over de rol van de NAM. De deelnemende partijen aan de tafel ervaren een te beperkte invloed op de besluitvorming.
Piet-Jan Schalk

Aanwezig : W. Moorlag, E. Groot, B. v.d. Leemput, J. Boer, W. Dieterman, A. Rodenboog, H. Binnekamp, C. Janssen, J. de Groot, L. de Bont, J. Kamminga, J. Wallage, J. Wigboldus, P. Breukink en S. van der Velde
Afwezig (met kennisgeving): A. van Velde en C. Zijderveld.

De heer Wallage heet een ieder van harte welkom.
Voorafgaand aan de vergadering van 14 mei 2014 is door een aantal maatschappelijke partijen aan Tafel een brief gestuurd naar de Tafel waarin het functioneren van de Tafel tot nu toe aan de orde werd gesteld. De essentie van die brief is dat deze partijen een te beperkte invloed ervaren op te nemen besluiten en dat naar hun oordeel het bestuursakkoord niet langer als kader voor het functioneren van de Dialoogtafel zou moeten worden gehanteerd.
Op 14 mei is afgesproken dat er een reactie van de vier akkoordpartijen (NAM/ministerie EZ/provincie en gemeenten) zou komen. De heer Wallage geeft aan dat mede omdat de subtafel niet tot conclusies kon komen door de beide voorzitters gesprekken zijn aangegaan met EZ en NAM en dat vervolgens een gesprek met minister Kamp heeft plaats gevonden.
De voorzitters hebben gesignaleerd dat de rol van de Tafel ten opzichte van de op te richten uitvoeringsorganisatie een belangrijk knelpunt lis , dat vraagstuk stond dan ook centraal in de gesprekken met minister Kamp, dhr. De Groot (EZ) en dhr. van de Leemput (NAM).
De heer De Groot koppelt vervolgens die gesprekken aan Tafel terug.
De minister is zeer betrokken bij de Dialoogtafel en is van mening dat de Tafel de ruimte moet hebben om invloed uit te oefenen, maar er moet wel meer duidelijkheid komen over de kaders waarbinnen de Tafel functioneert.
Voor de minister geldt een aantal kaders, zoals het ontwerpwinningsbesluit, het kabinetsbesluit, de te vormen uitvoeringsorganisatie en het bestuurlijk akkoord. Dit legt bepaalde verantwoordelijkheden vast.
Het is belangrijk om die te respecteren, maar tegelijkertijd bieden die kaders ook ruimte voor een nadere invulling waarin de Tafel een gezaghebbende positie zou moeten kunnen krijgen/opbouwen.
In de oplossingssfeer denkt de minister aan het categoriseren van onderwerpen. Vooraf zou bepaald moeten worden of agendapunten voorliggen met als doel om consensus te bereiken (Tafel is bepalend) of dat er over het punt een advies wordt gevraagd. In het laatste geval beslist de partij die het advies ontvangt (meestal NAM en/of EZ) niet mee over de inhoud van dat advies. Het advies is voor NAM en EZ zwaarwegend en kan niet zomaar genegeerd worden. In het geval er sprake is van advies zou de Tafel in de gelegenheid moeten zijn om zonder de partij die het advies ontvangt het overleg over het betreffende onderwerp te voeren.
Tot nu toe zijn in hoog tempo allerlei regelingen de Tafel gepasseerd. Van belang is dat in de toekomst eerst de uitgangspunten van nieuwe onderwerpen/regelingen aan de Tafel worden besproken en pas daarna de uitwerking wordt geagendeerd, waarbij dus vooraf helderheid moet zijn over de vraag welke rol de Tafel bij het betreffende agendapunt heeft (consensus of advies).
Daarnaast is in de gesprekken met de minister uitvoerig ingegaan op de te vormen uitvoeringsorganisatie en dan met name over het punt “op afstand van de NAM”. Wat de minister betreft wordt die afstand van de uitvoeringsorganisatie tot de NAM zo groot mogelijk en behoort aan Tafel de discussie plaats te vinden hoe die organisatie ingericht moet worden.
De minister heeft ook aangegeven dat hij graag twee keer per jaar aan Tafel komt om de voortgang te bespreken en zijn eigen insteek te bespreken. Indien de Tafel dat wenst zou dat nog voor de zomer kunnen.
De heer Wallage geeft aan dat beide voorzitters van de Tafel de betrokkenheid van de minister als positief hebben ervaren.
Naar aanleiding van deze terugkoppeling vraagt de heer Van der Velde hoe het kan dat hetgeen nu teruggekoppeld wordt, afwijkt van hetgeen in de notitie van de vier akkoordpartijen is omschreven. Het antwoord hierop is dat naar aanleiding van de brieven en de gevoerde gesprekken met NAM en de minister er sprake is van voortschrijdend inzicht. Het akkoord biedt wel ruimte voor nadere invulling.
De heer Van der Velde geeft aan dat exacter moet worden aangegeven voor welke onderwerpen consensus of advies aan de orde is en welke discipline dan gewenst is. Dat is heel bepalend voor de maatschappelijke partijen, zij willen aan Tafel zitten in een positie, die recht doet aan het kunnen bijdragen aan oplossingen voor de problemen van de mensen in de regio. De inwoners hebben het gevoel vermorzeld te worden in het proces schadeafhandeling. De maatschappelijke organisaties zijn nu qua positie niet gelijkwaardig aan de akkoordpartijen (bijv. kennisniveau, ondersteuning etc.).
De voorzitter geeft aan, dat het uiteraard niet zo is dat alleen de minister bepaalt wat er aan Tafel gebeurt, de Tafel gaat daar zelf ook over.
Dhr. Wallage stelt voor dat er een agendacommissie komt die een lange termijn planning maakt en die tevoren bepaalt op welke manier agendapunten worden geagendeerd. Daarnaast beschrijft deze commissie ook welke “spelregels” gehanteerd worden bij de afweging consensus/advies. Dit wordt per onderwerp vastgesteld.
De heer Van de Leemput (NAM) geeft aan dat er wat hem betreft ook bij adviesvragen toch zoveel mogelijk wordt gestreefd naar consensus. Als onderwerpen voor consensus worden geagendeerd, maar geen consensus wordt bereikt dan wordt er dus geen besluit namens de Tafel genomen.
De heer Groot (veiligheidsregio) geeft aan dat de Tafel bijeen is om te zorgen dat er draagvlak ontstaat bij de samenleving en om te beoordelen wat er de komende periode moet gebeuren in de regio. De kracht van deze Tafel moet zijn dat een situatie ontstaat, waarin de NAM niet om de adviezen van de Tafel heen kan. Dit betekent dat de voorbereiding van stukken goed gestructureerd moet worden. De voorzitters moeten dat proces goed bewaken en moeten in positie gebracht worden om de kwaliteit van de Tafel te kunnen waarborgen.
De heer Moorlag (provincie) geeft aan dat niet alleen de formele posities van belang zijn, maar dat het ook gaat om houding en gedrag van de deelnemers. Van belang is, dat er een proces op gang komt dat het eigenaarschap van de voorstellen verduidelijkt. Bij de ontwikkeling van regelingen e.d. moet de NAM de (deelnemers van de) Dialoogtafel daarin meenemen. De discussie over de uitvoeringsorganisatie is daarvoor een lakmoesproef.
De heer De Bont (Groninger Bodem Beweging) geeft aan dat hij het als buitengewoon positief ervaart hoe door alle partijen hun best wordt gedaan, maar geeft aan dat de spanning, zoals beschreven in de brief van de maatschappelijke partijen, onverminderd aanwezig blijft. Tot nu toe heeft het zich een paar keer voorgedaan dat deze partijen zich niet gehoord voelen met als argument dat de wetgeving in de weg zit. Dit zou dan juist een onderwerp van gesprek moeten zijn, waarbij de Tafel ruimte krijgt om haar rol in te vullen.
Na deze discussie wordt de vergadering geschorst op verzoek van de maatschappelijke partijen.
Na de schorsing neemt de vergadering de volgende besluiten:
– Er wordt een agendacommissie samengesteld, die zal bestaan uit Siegbert van der Velde, William Moorlag, Bart v.d. Leemput en de voorzitters. Deze komt voorlopig wekelijks bijeen en zal zich onder meer buigen over de lange-termijn-agenda en aangeven wat de rol van de Tafel is bij ieder agendapunt. Op 26 juni wordt de lange-termijn-agenda aan de Tafel voorgelegd. Dit moet er toe bijdragen dat onderwerpen zo min mogelijk in afgeronde fase op de agenda komen, zodat de Tafel eerder in het productieproces van een voorstel inbreng kan hebben.
– Dat de NAM voor de vergadering van 26 juni een voorstel maakt over de hoofdlijnen van de op te richten uitvoeringsorganisatie, waarin ook duidelijk de rol van de Tafel ten opzichte van de uitvoeringsorganisatie wordt beschreven. Bij het bespreken van deze notitie is het uitgangspunt het bereiken van consensus.
– De beschrijving van de “spelregels” wordt in de vergadering van 26 juni geagendeerd. Siegbert van der Velde levert hiertoe een aanzet. Onderdeel van de beschrijving van de spelregels is ook het wel of niet toelaten van adviseurs tijdens Tafelvergaderingen.
– Dat de brief van de maatschappelijke partijen en de reactie van de vier akkoordpartijen daarop openbaar zijn. Wel moet even worden toegelicht dat we inmiddels verder zijn in het proces.

Dorpsagenda